dinsdag 3 juni 2014

Een beschrijving van de diversiteit binnen de groepering.

De groepering minima is heel divers. Dit betekent dat er niet één klassiek voorbeeld van Een Minima is: binnen de groepering vind je mannen en vrouwen van verschillende leeftijden, verschillende etniciteiten, verschillende geloven etc.

Vanuit school hebben de opdracht gekregen om de doelgroep te bekijken aan de hand van de diversiteitscirkel.
Met deze methodiek kijk je vanuit meerdere  invalshoeken naar de persoon.  Door deze aanpak krijg je een intersectionele beschrijving van een persoon.


Wanneer je intersectioneel denkt ben je in staat om tussen de verschillen van mensen de overeenkomsten te ontdekken en andersom. (Hoffman, 2009)  
 


Overgenomen uit: ‘
Retourtje inzicht, creatief met diversiteit voor sociale professionals. 
(2009) van T. Loeffen & H. Tigchelaar

De diversiteitscirkel beschrijft 8 dimensies.                                    
1.       Sekse/ gender
2.       Religie/ levensbeschouwing
3.       Etniciteit
4.       Seksuele oriëntatie
5.       Levensfase/ generatie 
6.       Talent/ handicap
7.       Klassen
8.       Professionele socialisatie




Mede door het afnemen van interviews met personen uit de groepering is de projectgroep erachter gekomen dat er veel verschillen binnen deze doelgroep zijn.  Zo zijn er gezinnen, alleenstaande ouders, ouderen, jongeren, mensen met een hoge opleiding (eigen bedrijf) en mensen die door een bepaalde aandoening (handicap) niet kunnen werken. Dit heeft tot de conclusie geleid dat "De Minima" niet bestaat, simpelweg omdat er geen standaard type persoon is die tot deze groepering behoort.

Dit betekent ook dat er daardoor eigenlijk niet gesproken kan worden van een groepering, daar een groepering een groep een kleine sociale eenheid is die regelmatig contact met elkaar hebben en gekenmerkt wordt door overeenkomsten in waarden en normen. Eerder kun je spreken van een sociale categorie, daar dit een groepering is zonder direct contact met elkaar en overeenkomende waarden en normen. Ook kiest een sociale categorie niet voor de categorie waar ze toe ingedeeld worden, dit wordt opgelegd door anderen. (Jager, Mok & Sipkema, 2009)


Bronnen: 



Hoffmann, E. (2009) Interculturele gespreksvoering. Bohn Stafleu van Loghum
 
De Jager, H., Mok, A.L., & Sipkema, G. (2009). Grondbeginselen der sociologie (13e dr.) Groningen/Houten: Noordhoff. 
Loeffen, T., & Tigchelaar, H. (2013). Retourtje inzicht. Creatief met diversiteit voor sociale professionals. Bussum: Uitgeverij Coutinho. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten