maandag 12 mei 2014

HR16 Sociologie en diversiteit 1


-       Probeer de plek van de groepering binnen de samenleving te beschrijven. Met andere woorden; hebben zij een volwaardige plaats binnen de Nederlandse samenleving.
o     In de samenleving hebben is er niet een bepaalde plek waar minimas specifiek te vinden zijn. Dit omdat zij in de gehele samenleving voorkomen. Mensen die in de bijstand zitten hebben geen volwaardige plaats binnen de Nederlandse samenleving.  Dit omdat mensen het moeilijk vinden om erover te praten dus vele ook niet weten dat mensen in de bijstand zitten. Hierdoor kunnen de mensen in de bijstand dan ook geen volwaardige plaats in de maatschappij krijgen.

-       In hoeverre is of wordt de groepering beschouwd als deviant en welke conflicten liggen aan de basis van deze tegenstelling?
o    Mensen in die in de bijstand zitten worden allemaal gezien als een stereotypering. Dit omdat er veel vooroordelen over minimas zijn en dan vooral met het beeld dat zij niet willen werken en het zelf schuld zijn.

-       Wat zijn volgens jullie de belangrijkste (positieve of negatieve) maatschappelijke ontwikkelingen die zich de laatste 20 jaar hebben voorgedaan ten aanzien van deze groepering. Bijvoorbeeld op politiek, economisch of sociaal cultureel vlak.
o    De groepering is groter geworden. Dit vanwege de crisis. Maar hier tegenover zijn er wel meerder  mogelijkheden zoals de voedselbank , sociale diensten enz .


-       Probeer op basis van deze analyse een praktijkvoorbeeld te benoemen waarbij de tegenstelling tussen de ingroup (samenleving) en outgroup (groepering) op een aantoonbare wijze is verminderd.
o    Doordat bekende Nederlands een schijnwerperg geplaats hebben op de mensen in de bijstand en de voedselbank. zijn meer mensen op de hoogte van de omstandigheden waarin de mensen in de bijstand in leven. Denk bijvoorbeeld aan het programma: geen cent te makken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten