dinsdag 24 juni 2014

Doelen manifestatie



Voorafgaand aan de manifestatie hebben wij een viertal doelen opgesteld. Deze zijn:

1. Door het minimalistisch vorm te geven te geven van de kraam wordt beeldvorming en hokjes-plaatsing door de projectgroep voorkomen, en wordt de bezoeker zich bewust van het feit dat de groepering graag zonder vooroordeel en hokjesgeest gezien wil worden. 

Door het minimalistisch en geheel in wit vorm te geven van de kraam wil de projectgroep voorkomen dat de bezoeker een beeld krijgt van de groepering die hij of zij bezoekt. De kleur wit staat symbool voor minimalisme en een blanco beeld. 
Door het niet duidelijk te maken om welke groepering ons kraampje draait zullen mensen vooraf ook geen beeld (kunnen) vormen over de groepering voordat ze naar ons kraampje toe lopen. Bezoekers stappen dus zonder vooroordeel naar ons toe, waardoor de eerste indruk, met andere woorden het primary-effect uitgesteld wordt. (Zimbardo, 2013) Hiermee vermijden we etikettering van de groepering. (Jager, 2009)
De projectgroep is mede op dit idee gekomen door de afgenomen interviews, waarin als tip voor de manifestatie meegegeven werd om geen sticker te plakken. 
Om de ervaring van de bezoeker meetbaar te maken vragen wij de bezoeker om zijn/haar ervaring op te schrijven op wit materiaal en dit op te hangen aan de zwarte wand achter de kraam.

De Jager, H., Mok, A.L., & Sipkema, G. (2009). Grondbeginselen der Sociologie (13de dr.) Groningen/Houten: Noordhoff.

Zimbardo, P.G., Johnson, R. L., McCann, V., Moons, A., Bouman, G., & Caffin, E. (2013). Psychologie: Een inleiding. Amsterdam: Pearson.


2. Aan het eind van het eerste spel heeft de bezoeker ervaren hoe het is om informatie over jezelf prijs te geven en geëtiketteerd te worden, en daarmee meer inzicht en begrip voor de ervaringen en de kracht van de groepering. 


De projectgroep maakt een diversiteitscirkel (rad van diversteit) waarbij de bezoeker uitgedaagd wordt bij ieder aspect van de diversiteitscirkel iets over zichzelf te vertellen. Hetgeen dat de bezoeker vertelt wordt op een gekleurde pizzapunt geschreven en op de bezoeker geplakt, zodat deze ervaart hoe het is zoveel informatie van zichzelf bloot te geven en vervolgens hiermee geëtiketteerd te worden. De projectgroep wil het stukje etikettering laten ervaren omdat dit iets is waar de groepering zelf ook mee te maken krijgt.  (Jager, 2009) Deze etikettering is veelal negatief. Hiermee wil de projectgroep insteken op het aspect emotie, dat komt kijken bij het prijs geven van persoonlijke zaken. 

De projectgroep heeft zelf ook een aantal aspecten van de diversiteitscirkel op zich geplakt. Zo heeft de projectgroep aan de voorkant hun naam en beroep (student) geplakt. Dit is het eerste dat de bezoekers zien. Het stukje professionele socialisatie zorgt al voor een bepaald beeld bij de bezoeker. Dit heeft te maken met het halo-effect: het uitstralingseffect van één centrale eigenschap (student) die gecombineerd wordt met andere eigenschappen.

Aan de achterkant heeft de projectgroep de overige aspecten van de diversiteitscirkel op zich geplakt, om te laten zien dat je meer bent dan bijvoorbeeld het beroep dat je uitoefent. 

Op deze manier ervaart de bezoeker hoe het is om informatie over zichzelf bloot te geven, iets wat mensen uit de groepering sociale minima vaak ook moeten om bijvoorbeeld aanspraak te krijgen op een uitkering. (Huugens, 2014)

De Jager, H., Mok, A.L., & Sipkema, G. (2009). Grondbeginselen der Sociologie (13de dr.) Groningen/Houten: Noordhoff. 

Interview casemanager Sociale Dienst. Stefanie Huugens. Vrijdag 16 mei 2014.

Zimbardo, P.G., Johnson, R. L., McCann, V., Moons, A., Bouman, G., & Caffin, E. (2013). Psychologie: Een inleiding. Amsterdam: Pearson.
 
3.  Aan het eind van het eerste spel heeft de bezoeker een ervaring opgedaan met de diversiteitscirkel en daarmee het intersectioneel denken, waardoor de bezoeker zich bewust is van het feit dat een persoon uit meerdere aspecten bestaat en niet beoordeeld kan worden op basis van 1 aspect.

Door het doorlopen van de diversiteitscirkel krijgt de bezoeker meer inzicht in de verschillende aspecten die een persoon maken tot wie hij of zij is en zal de bezoeker hierdoor ook intersectioneel naar de groepering kijken. De projectgroep wil dit extra aanzetten door met de bezoeker hierover in gesprek te gaan, en zelf ook rond te lopen met aspecten van de diversiteitscirkel. 

Wanneer je intersectioneel denkt ben je in staat om tussen de verschillen van mensen de overeenkomsten te ontdekken en andersom. (Hoffman, 2009)  Dit betekent dat er binnen een groepering veel verschillen kunnen zitten: iedereen is immers anders. 

Hoffmann, E. (2009) Interculturele gespreksvoering. Bohn Stafleu van Loghum


4. Aan het eind van het tweede spel heeft de bezoeker ervaren hoe het is om creatief bezig te zijn met de spullen die je hebt. Dit sluit ook aan bij het aanpassingsvermogen van de groepering, wat wij als een kracht zien.

Bij het doorlopen van het diversiteitsspel winnen de bezoekers ook artikelen uit een door de Voedselbank verstrekt voedselpakket. Deze artikelen mag de bezoekers vervolgens uit het voedselpakket pakken en daarmee zo creatief mogelijk een gerecht samen stellen. Dit om de bezoeker ten eerste bewust te maken van wat er in een voedselpakket zit en om de bezoeker te laten ervaren hoe het is om hiermee een maaltijd samen te stellen. 

Een ons ervaring is beter dan een ton theorie, omdat je eigen ervaring een betekenis voor je heeft. (Dewey, 1981) Vanuit dit oogpunt wil de projectgroep de bezoeker dan ook een ervaring laten opdoen met een Voedselpakket. Door dit te koppelen aan de diversiteitscirkel wordt er een doorlopende lijn gecreëerd in de activiteiten binnen onze kraam, waardoor de ervaring sterker wordt.
De bezoeker wordt hierdoor geconfronteerd met het feit dat je over een zekere dosis aanpassingsvermogen moet beschikken, omdat je het maar moet doen met wat je krijgt. Dit is een kracht van de groepering sociale minima. (Driessens, 2010)


Dewey, J., (1981) The structure of experience, the lived experience. Chicago, University of Chicago Press

Driessens, K., Regenmortel, T., Vansevenant, K. (2010) Bind-Kracht in Armoede, Krachtgerichte hulpverlening in dialoog. Maatwerk,nummer 3 juni 2010.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten